Ezechiël 43:7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

en Hij zeide tot mij: Mensenkind, (dit is) de plaats van mijn troon en de plaats mijner voetzolen, waar Ik wonen zal onder de Israëlieten tot in eeuwigheid; het huis Israëls zal mijn heilige naam niet meer verontreinigen, zij noch hun koningen, met hun ontucht en met de lijken van hun koningen na hun dood.

Ezechiël 43

Ezechiël 43:1-17