Zacharia 2:1-3 Statenvertaling (SV1750)

1. Wederom hief ik mijn ogen op, en ik zag; en ziet, er was een man, en in zijn hand was een meetsnoer.

2. En ik zeide: Waar gaat gij henen? En hij zeide tot mij: Om Jeruzalem te meten; om te zien, hoe groot haar breedte, en hoe groot haar lengte wezen zal.

3. En ziet, de Engel, Die met mij sprak, ging uit; en een andere Engel ging uit, hem tegemoet.

Zacharia 2