Spreuken 7:3-8 Statenvertaling (SV1750)

3. Bind ze aan uw vingeren, schrijf ze op de tafels uws harten.

4. Zeg tot de wijsheid: Gij zijt mijn zuster; en heet het verstand uw bloedvriend;

5. Opdat zij u bewaren voor een vreemde vrouw, voor de onbekende, die met haar redenen vleit.

6. Want door het venster van mijn huis, door mijn tralie keek ik uit;

7. En ik zag onder de slechten; ik merkte onder de jonge gezellen een verstandelozen jongeling;

8. Voorbijgaande op de straat, nevens haar hoek, en hij trad op den weg van haar huis.

Spreuken 7