Spreuken 6:24-27 Statenvertaling (SV1750)

24. Om u te bewaren voor de kwade vrouw, voor het gevlei der vreemde tong.

25. Begeer haar schoonheid niet in uw hart, en laat ze u niet vangen met haar oogleden.

26. Want door een vrouw, die een hoer is, komt men tot een stuk broods; en eens mans huisvrouw jaagt de kostelijke ziel.

27. Zal iemand vuur in zijn boezem nemen, dat zijn klederen niet verbrand worden?

Spreuken 6