Spreuken 31:23-29 Statenvertaling (SV1750)

23. Nun. Haar man is bekend in de poorten, als hij zit met de oudsten des lands.

24. Samech. Zij maakt fijn lijnwaad en verkoopt het; en zij levert den koopman gordelen.

25. Ain. Sterkte en heerlijkheid zijn haar kleding; en zij lacht over den nakomenden dag.

26. Pe. Zij doet haar mond open met wijsheid; en op haar tong is leer der goeddadigheid.

27. Tsade. Zij beschouwt de gangen van haar huis; en het brood der luiheid eet zij niet.

28. Koph. Haar kinderen staan op, en roemen haar welgelukzalig; ook haar man, en hij prijst haar, zeggende:

29. Resch. Vele dochteren hebben deugdelijke gehandeld; maar gij gaat die allen te boven.

Spreuken 31