Spreuken 31:1-5 Statenvertaling (SV1750)

1. De woorden van den koning Lemuel; de last, maarmede zijn moeder hem onderwees.

2. Wat, o mijn zoon, en wat, o zoon mijns buiks? ja, wat, o zoon mijner geloften?

3. Geeft aan de vrouwen uw vermogen niet, noch uw wegen, om koningen te verdelgen.

4. Het komt den koningen niet toe, o Lemuel! het komt den koningen niet toe wijn te drinken, en den prinsen, sterken drank te begeren;

5. Opdat hij niet drinke, en het gezette vergete, en de rechtzaak van alle verdrukten verandere.

Spreuken 31