Spreuken 3:28-31 Statenvertaling (SV1750)

28. Zeg niet tot uw naaste: Ga heen, en kom weder, en morgen zal ik geven, dewijl het bij u is.

29. Smeed geen kwaad tegen uw naaste, aangezien hij met vertrouwen bij u woont.

30. Twist met een mens niet zonder oorzaak, zo hij u geen kwaad gedaan heeft.

31. Zijt niet nijdig over een man des gewelds, en verkies geen van zijn wegen.

Spreuken 3