Spreuken 28:5-9 Statenvertaling (SV1750)

5. De kwade lieden verstaan het recht niet; maar die den HEERE zoeken, verstaan alles.

6. De arme, wandelende in zijn oprechtheid, is beter, dan die verkeerd is van wegen, al is hij rijk.

7. Die de wet bewaart, is een verstandig zoon; maar die der vraten metgezel is, beschaamt zijn vader.

8. Die zijn goed vermeerdert met woeker en met overwinst, vergadert dat voor dengene, die zich des armen ontfermt.

9. Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn.

Spreuken 28