Spreuken 28:18-23 Statenvertaling (SV1750)

18. Die oprecht wandelt, zal behouden worden; maar die zich verkeerdelijk gedraagt in twee wegen, zal in den enen vallen.

19. Die zijn land bouwt, zal met brood verzadigd worden; maar die ijdele mensen volgt, zal met armoede verzadigd worden.

20. Een gans getrouw man zal veelvoudig zijn in zegeningen; maar die haastig is, om rijk te worden, zal niet onschuldig wezen.

21. De aangezichten te kennen, is niet goed; want een man zal om een stuk broods overtreden.

22. Die zich haast naar goed, is een man van een boos oog; maar hij weet niet, dat het gebrek hem overkomen zal.

23. Die een mens bestraft, zal achterna gunst vinden, meer dan die met de tong vleit.

Spreuken 28