15. Welker paden verkeerd zijn, en afwijkende in hun sporen;
16. Om u te redden van de vreemde vrouw, van de onbekende, die met haar redenen vleit;
17. Die den leidsman harer jonkheid verlaat, en het verbond haars Gods vergeet;
18. Want haar huis helt naar den dood, en haar paden naar de overledenen.