Spreuken 13:7-12 Statenvertaling (SV1750)

7. Er is een, die zichzelven rijk maakt, en niet met al heeft, en een, die zichzelven arm maakt, en heeft veel goed.

8. Het rantsoen van ieders ziel is zijn rijkdom; maar de arme hoort het schelden niet.

9. Het licht der rechtvaardigen zal zich verblijden; maar de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden.

10. Door hovaardigheid maakt men niet dan gekijf; maar bij de beradenen is wijsheid.

11. Goed, van ijdelheid gekomen, zal verminderd worden; maar die met de hand vergadert, zal het vermeerderen.

12. De uitgestelde hoop krenkt het hart; maar de begeerte, die komt, is een boom des levens.

Spreuken 13