Spreuken 13:18-23 Statenvertaling (SV1750)

18. Armoede en schande is desgenen, die de tucht verwerpt; maar die de bestraffing waarneemt; zal geeerd worden.

19. De begeerte, die geschiedt, is zoet voor de ziel; maar het is den zotten een gruwel van het kwade af te wijken.

20. Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.

21. Het kwaad zal de zondaars vervolgen; maar den rechtvaardige zal men goed vergelden.

22. De goede zal zijner kinders kinderen doen erven; maar het vermogen des zondaars is voor den rechtvaardige weggelegd.

23. Het ploegen der armen geeft veelheid der spijze; maar daar is een, die verteerd wordt door gebrek van oordeel.

Spreuken 13