Spreuken 10:18-21 Statenvertaling (SV1750)

18. Die den haat bedekt, is van valse lippen, en die een kwaad gerucht voortbrengt, is een zot.

19. In de veelheid der woorden ontbreekt de overtreding niet; maar die zijn lippen weerhoudt, is kloek verstandig.

20. De tong des rechtvaardigen is uitgelezen zilver; het hart der goddelozen is weinig waard.

21. De lippen des rechtvaardigen voeden er velen; maar de dwazen sterven door gebrek van verstand.

Spreuken 10