1. Wat zullen wij dan zeggen, dat Abraham, onze vader, verkregen heeft naar het vlees?
2. Want indien Abraham uit de werken gerechtvaardigd is, zo heeft hij roem, maar niet bij God.
3. Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem gerekend tot rechtvaardigheid.
4. Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld.