Richteren 13:21-25 Statenvertaling (SV1750)

21. En de Engel des HEEREN verscheen niet meer aan Manoach, en aan zijn huisvrouw. Toen bekende Manoach, dat het een Engel des HEEREN was.

22. En Manoach zeide tot zijn huisvrouw: Wij zullen zekerlijk sterven, omdat wij God gezien hebben.

23. Maar zijn huisvrouw zeide tot hem: Zo de HEERE lust had ons te doden, Hij had het brandoffer en spijsoffer van onze hand niet aangenomen, noch ons dit alles getoond, noch ons om dezen tijd laten horen, zulks als dit is.

24. Daarna baarde deze vrouw een zoon, en zij noemde zijn naam Simson; en dat knechtje werd groot, en de HEERE zegende het.

25. En de Geest des HEEREN begon hem bij wijlen te drijven in het leger van Dan, tussen Zora en tussen Esthaol.

Richteren 13