Psalmen 98:4-9 Statenvertaling (SV1750)

4. Juicht den HEERE, gij ganse aarde! roept uit van vreugde, en zingt vrolijk, en psalmzingt.

5. Psalmzingt den HEERE met de harp, met de harp en met de stem des gezangs,

6. Met trompetten en bazuinengeklank; juicht voor het aangezicht des Konings, des HEEREN.

7. De zee bruise met haar volheid, de wereld met degenen, die daarin wonen.

8. Dat de rivieren met de handen klappen, dat tegelijk de gebergten vreugde bedrijven,

9. Voor het aangezicht des HEEREN, want Hij komt, om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtigheid, en de volken in alle rechtmatigheid.

Psalmen 98