Psalmen 91:4-10 Statenvertaling (SV1750)

4. Hij zal u dekken met Zijn vlerken, en onder Zijn vleugelen zult gij betrouwen; Zijn waarheid is een rondas en beukelaar.

5. Gij zult niet vrezen voor den schrik des nachts, voor den pijl, die des daags vliegt;

6. Voor de pestilentie, die in de donkerheid wandelt; voor het verderf, dat op den middag verwoest.

7. Aan uw zijden zullen er duizend vallen, en tien duizend aan uw rechterhand; tot u zal het niet genaken.

8. Alleenlijk zult gij het met uw ogen aanschouwen; en gij zult de vergelding der goddelozen zien.

9. Want Gij, HEERE! zijt mijn Toevlucht! Den Allerhoogste hebt gij gesteld tot uw Vertrek;

10. U zal geen kwaad wedervaren, en geen plage zal uw tent naderen.

Psalmen 91