20. (89:21) Ik heb David, Mijn knecht, gevonden; met Mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd;
21. (89:22) Met welken Mijn hand vast blijven zal; ook zal hem Mijn arm versterken.
22. (89:23) De vijand zal hem niet dringen, en de zoon der ongerechtigheid zal hem niet onderdrukken.
23. (89:24) Maar Ik zal zijn wederpartijders verpletteren voor zijn aangezicht, en die hem haten, zal Ik plagen.