9. (81:10) Er zal onder u geen uitlands god wezen, en gij zult u voor geen vreemden god nederbuigen.
10. (81:11) Ik ben de Heere, uw God, Die u heb opgevoerd uit het land van Egypte; doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen.
11. (81:12) Maar Mijn volk heeft Mijn stem niet gehoord; en Israel heeft Mijner niet gewild.
12. (81:13) Dies heb Ik het overgegeven in het goeddunken huns harten, dat zij wandelden in hun raadslagen.
13. (81:14) Och, dat Mijn volk naar Mij gehoord had, dat Israel in Mijn wegen gewandeld had!