Psalmen 77:4-8 Statenvertaling (SV1750)

4. (77:5) Gij hieldt mijn ogen wakende; ik was verslagen, en sprak niet.

5. (77:6) Ik overdacht de dagen van ouds, de jaren der eeuwen.

6. (77:7) Ik dacht aan mijn snarenspel; in den nacht overleide ik in mijn hart, en mijn geest onderzocht:

7. (77:8) Zal dan de Heere in eeuwigheden verstoten, en voortaan niet meer goedgunstig zijn?

8. (77:9) Houdt Zijn goedertierenheid in eeuwigheid op? Heeft de toezegging een einde, van geslacht tot geslacht?

Psalmen 77