7. Hoort, Mijn volk! en Ik zal spreken; Israel! en Ik zal onder u betuigen; Ik, God, ben uw God.
8. Om uw offeranden zal Ik u niet straffen, want uw brandofferen zijn steeds voor Mij.
9. Ik zal uit uw huis geen var nemen, noch bokken uit uw kooien;
10. Want al het gedierte des wouds is Mijn, de beesten op duizend bergen.
11. Ik ken al het gevogelte der bergen, en het wild des velds is bij Mij.