22. (44:23) Maar om Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij worden geacht als slachtschapen.
23. (44:24) Waak op, waarom zoudt Gij slapen, HEERE! Ontwaak, verstoot niet in eeuwigheid.
24. (44:25) Waarom zoudt Gij Uw aangezicht verbergen, onze ellende en onze onderdrukking vergeten?
25. (44:26) Want onze ziel is in het stof nedergebogen; onze buik kleeft aan de aarde.
26. (44:27) Sta op, ons ter hulp, en verlos ons om Uwer goedertierenheid wil.