17. (44:18) Dit alles is ons overkomen, nochtans hebben wij U niet vergeten, noch valselijk gehandeld tegen Uw verbond.
18. (44:19) Ons hart is niet achterwaarts gekeerd, noch onze gang geweken van Uw pad.
19. (44:20) Hoewel Gij ons verpletterd hebt in een plaats der draken, en ons met een doodsschaduw bedekt hebt.