Psalmen 140:1-5 Statenvertaling (SV1750)

1. Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (140:2) Red mij, HEERE! van den kwaden mens; behoed mij voor den man alles gewelds;

2. (140:3) Die veel kwaads in het hart denken, allen dag samenkomen om te oorlogen.

3. (140:4) Zij scherpen hun tong, als een slang; heet addervergift is onder hun lippen. Sela.

4. (140:5) Bewaar mij, HEERE! van de handen des goddelozen; behoed mij van den man alles gewelds; van hen, die mijn voeten denken weg te stoten.

5. (140:6) De hovaardigen hebben mij een strik verborgen, en koorden; zij hebben een net uitgespreid aan de zijde des wegs; valstrikken hebben zij mij gezet. Sela.

Psalmen 140