4. Want de HEERE heeft Zich Jakob verkoren, Israel tot Zijn eigendom.
5. Want ik weet, dat de HEERE groot is, en dat onze Heere boven alle goden is.
6. Al wat den HEERE behaagt, doet Hij, in de hemelen, en op de aarde, in de zeeen en alle afgronden.
7. Hij doet dampen opklimmen van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen; Hij brengt den wind uit Zijn schatkameren voort.