Psalmen 135:16-21 Statenvertaling (SV1750)

16. Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet;

17. Oren hebben zij, maar horen niet; ook is er geen adem in hun mond.

18. Dat die ze maken, hun gelijk worden, en al wie op hen vertrouwt.

19. Gij huis Israels! looft den HEERE; gij huis Aarons! looft den HEERE.

20. Gij huis van Levi! looft den HEERE; gij die den HEERE vreest! looft den HEERE.

21. Geloofd zij de HEERE uit Sion, Die te Jeruzalem woont. Hallelujah!

Psalmen 135