5. Ik verwacht den HEERE; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord.
6. Mijn ziel wacht op den HEERE, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den morgen.
7. Israel hope op den HEERE; want bij den HEERE is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing.
8. En Hij zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden.