1. Een lied Hammaaloth. Zij hebben mij dikwijls benauwd van mijn jeugd af, zegge nu Israel;
2. Zij hebben mij dikwijls van mijn jeugd af benauwd; evenwel hebben zij mij niet overmocht.
3. Ploegers hebben op mijn rug geploegd; zij hebben hun voren lang getogen.
4. De HEERE, Die rechtvaardig is, heeft de touwen der goddelozen afgehouwen.