83. Want ik ben geworden als een lederen zak in den rook; doch Uw inzettingen heb ik niet vergeten.
84. Hoe vele zullen de dagen Uws knechts zijn? Wanneer zult Gij recht doen over mijn vervolgers?
85. De hovaardigen hebben mij putten gegraven, hetwelk niet is naar Uw wet.
86. Al Uw geboden zijn waarheid; zij vervolgen mij met leugen, help mij.
87. Zij hebben mij bijna vernietigd op de aarde, maar ik heb Uw bevelen niet verlaten.
88. Maak mij levend naar Uw goedertierenheid, dan zal ik de getuigenis Uws monds onderhouden.