9. Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op prinsen te vertrouwen.
10. Alle heidenen hadden mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.
11. Zij hadden mij omringd, ja, zij hadden mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.
12. Zij hadden mij omringd als bijen; zij zijn uitgeblust als een doornenvuur; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.
13. Gij hadt mij zeer hard gestoten, tot vallens toe, maar de HEERE heeft mij geholpen.