5. De HEERE is genadig en rechtvaardig, en onze God is ontfermende.
6. De HEERE bewaart de eenvoudigen; ik was uitgeteerd, doch Hij heeft mij verlost.
7. Mijn ziel! keer weder tot uw rust, want de HEERE heeft aan u welgedaan.
8. Want Gij, HEERE! hebt mijn ziel gered van den dood, mijn ogen van tranen, mijn voet van aanstoot.
9. Ik zal wandelen voor het aangezicht des HEEREN, in de landen der levenden.
10. Ik heb geloofd, daarom sprak ik; ik ben zeer bedrukt geweest.