1. Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen;
2. Want Hij neigt Zijn oor tot mij; dies zal ik Hem in mijn dagen aanroepen.
3. De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis.
4. Maar ik riep den Naam des HEEREN aan, zeggende: Och HEERE! bevrijd mijn ziel.
5. De HEERE is genadig en rechtvaardig, en onze God is ontfermende.
6. De HEERE bewaart de eenvoudigen; ik was uitgeteerd, doch Hij heeft mij verlost.
7. Mijn ziel! keer weder tot uw rust, want de HEERE heeft aan u welgedaan.