Psalmen 115:4-11 Statenvertaling (SV1750)

4. Hunlieder afgoden zijn zilver en goud, het werk van des mensen handen;

5. Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet;

6. Oren hebben zij, maar horen niet; zij hebben een neus, maar zij rieken niet;

7. Hun handen hebben zij, maar tasten niet; hun voeten, maar gaan niet; zij geven geen geluid door hun keel.

8. Dat die hen maken hun gelijk worden, en al wie op hen vertrouwt.

9. Israel! vertrouw gij op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.

10. Gij huis van Aaron! vertrouw op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.

11. Gijlieden, die den HEERE vreest! vertrouwt op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.

Psalmen 115