3. Onze God is toch in den hemel, Hij doet al wat Hem behaagt.
4. Hunlieder afgoden zijn zilver en goud, het werk van des mensen handen;
5. Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet;
6. Oren hebben zij, maar horen niet; zij hebben een neus, maar zij rieken niet;