23. Dies Hij zeide, dat Hij hen verdelgen zou, ten ware Mozes, Zijn uitverkorene, in de scheure voor Zijn aangezicht gestaan had, om Zijn grimmigheid af te keren, dat Hij hen niet verdierf.
24. Zij versmaadden ook het gewenste land; zij geloofden Zijn woord niet.
25. Maar zij murmureerden in hun tenten; naar de stem des HEEREN hoorden zij niet.