32. Een reukschaal van tien gouden sikkelen, vol reukwerks;
33. Een var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was, ten brandoffer;
34. Een geitenbok, ten zondoffer;
35. En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Elizur, den zoon van Sedeur.
36. Op den vijfden dag offerde de overste der kinderen van Simeon, Selumiel, de zoon van Zurisaddai.