26. Een reukschaal van tien gouden sikkelen, vol reukwerks;
27. Een var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was, ten brandoffer;
28. Een geitenbok, ten zondoffer;
29. En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Eliab, den zoon van Helon.