45. En de ezelen dertig duizend en vijfhonderd;
46. En der mensen zielen zestien duizend;)
47. Van die helft der kinderen Israels nam Mozes een gevangene uit vijftig, van mensen en van beesten; en hij gaf ze aan de Levieten, die de wacht van den tabernakel des HEEREN waarnamen, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.