Numberi 29:29-38 Statenvertaling (SV1750)

29. Daarna op den zesden dag: acht varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

30. En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

31. En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankofferen.

32. En op den zevenden dag: zeven varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

33. En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar hun wijze;

34. En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

35. Op den achtsten dag zult gij een verbodsdag hebben; geen dienstwerk zult gij doen.

36. En gij zult een brandoffer ten vuuroffer offeren, ten liefelijken reuk den HEERE; een var, een ram, zeven volkomen eenjarige lammeren;

37. Hun spijsoffer, en hun drankofferen tot den var, tot den ram, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

38. En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

Numberi 29