Numberi 26:15-32 Statenvertaling (SV1750)

15. De zonen van Gad, naar hun geslachten: van Zefon het geslacht der Zefonieten; van Haggi het geslacht der Haggieten; van Suni het geslacht der Sunieten.

16. Van Ozni het geslacht der Oznieten; van Heri het geslacht der Herieten;

17. Van Arod het geslacht der Arodieten; van Areli het geslacht der Arelieten.

18. Dat zijn de geslachten der zonen van Gad, naar hun getelden: veertig duizend en vijfhonderd.

19. De zonen van Juda waren Er en Onan; maar Er en Onan stierven in het land Kanaan.

20. Alzo waren de zonen van Juda naar hun geslachten: van Sela het geslacht der Selanieten; van Perez het geslacht der Perezieten; van Zerah het geslacht der Zerahieten.

21. En de zonen van Perez waren: van Hezron het geslacht der Hezronieten; van Hamul het geslacht der Hamulieten.

22. Dat zijn de geslachten van Juda, naar hun getelden: zes en zeventig duizend en vijfhonderd.

23. De zonen van Issaschar, naar hun geslachten, waren: van Tola het geslacht der Tolaieten; van Puva het geslacht der Punieten;

24. Van Jasub het geslacht der Jasubieten; van Simron het geslacht der Simronieten.

25. Dat zijn de geslachten van Issaschar, naar hun getelden: vier en zestig duizend en driehonderd.

26. De zonen van Zebulon, naar hun geslachten, waren: van Sered het geslacht der Seredieten; van Elon het geslacht der Elonieten; van Jahleel het geslacht der Jahleelieten.

27. Dat zijn de geslachten der Zebulonieten, naar hun getelden: zestig duizend en vijfhonderd.

28. De zonen van Jozef, naar hun geslachten, waren Manasse en Efraim.

29. De zonen van Manasse waren: van Machir het geslacht der Machirieten; Machir nu gewon Gilead; van Gilead was het geslacht der Gileadieten.

30. Dit zijn de zonen van Gilead: van Jezer het geslacht der Jezerieten; van Helek het geslacht der Helekieten.

31. En van Asriel het geslacht der Asrielieten; en van Sechem het geslacht der Sechemieten;

32. En van Semida het geslacht der Semidaieten; en van Hefer het geslacht der Heferieten.

Numberi 26