10. Van de kinderen van Jozef: van Efraim, Elisama, de zoon van Ammihud; van Manasse, Gamaliel, de zoon van Pedazur.
11. Van Benjamin, Abidan, de zoon van Gideoni.
12. Van Dan, Ahiezer, de zoon van Ammisaddai.
13. Van Aser, Pagiel, de zoon van Ochran.
14. Van Gad, Eljasaf, de zoon van Dehuel.
15. Van Nafthali, Ahira, de zoon van Enan.
16. Dezen waren de geroepenen der vergadering, de oversten der stammen hunner vaderen; zij waren de hoofden der duizenden van Israel.
17. Toen namen Mozes en Aaron die mannen, welken met namen uitgedrukt zijn.