Mattheüs 27:59-63 Statenvertaling (SV1750)

59. En Jozef, het lichaam nemende, wond hetzelve in een zuiver fijn lijnwaad.

60. En leide dat in zijn nieuw graf, hetwelk hij in een steenrots uitgehouwen had; en een groten steen tegen de deur des grafs gewenteld hebbende, ging hij weg.

61. En aldaar was Maria Magdalena, en de andere Maria, zittende tegenover het graf.

62. Des anderen daags nu, welke is na de voorbereiding, vergaderden de overpriesters en de Farizeen tot Pilatus,

63. Zeggende: Heer, wij zijn indachtig, dat deze verleider, nog levende, gezegd heeft: Na drie dagen zal Ik opstaan.

Mattheüs 27