Mattheüs 26:72-74 Statenvertaling (SV1750)

72. En hij loochende het wederom met een eed, zeggende: Ik ken den Mens niet.

73. En een weinig daarna, die er stonden, bijkomende, zeiden tot Petrus: Waarlijk, gij zijt ook van die, want ook uw spraak maakt u openbaar.

74. Toen begon hij zich te vervloeken, en te zweren: Ik ken den Mens niet.

Mattheüs 26