Mattheüs 25:3-8 Statenvertaling (SV1750)

3. Die dwaas waren, haar lampen nemende, namen geen olie met zich.

4. Maar de wijzen namen olie in haar vaten, met haar lampen.

5. Als nu de bruidegom vertoefde, werden zij allen sluimerig, en vielen in slaap.

6. En ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet!

7. Toen stonden al die maagden op, en bereidden haar lampen.

8. En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit.

Mattheüs 25