Mattheüs 20:30-34 Statenvertaling (SV1750)

30. En ziet, twee blinden, zittende aan den weg, als zij hoorden, dat Jezus voorbijging, riepen, zeggende: Heere, Gij Zone Davids! ontferm U onzer.

31. En de schare bestrafte hen, opdat zij zwijgen zouden; maar zij riepen te meer, zeggende: Ontferm U onzer, Heere, Gij Zone Davids!

32. En Jezus, stil staande, riep hen en zeide: Wat wilt gij, dat Ik u doe?

33. Zij zeiden tot Hem: Heere! dat onze ogen geopend worden.

34. En Jezus, innerlijk bewogen zijnde met barmhartigheid, raakte hun ogen aan; en terstond werden hun ogen ziende, en zij volgden Hem.

Mattheüs 20