Markus 4:27-30 Statenvertaling (SV1750)

27. En voorts sliep, en opstond, nacht en dag; en het zaad uitsproot en lang werd, dat hij zelf niet wist, hoe.

28. Want de aarde brengt van zelve vruchten voort: eerst het kruid, daarna de aar, daarna het volle koren in de aar.

29. En als de vrucht zich voordoet, terstond zendt hij de sikkel daarin, omdat de oogst daar is.

30. En Hij zeide: Waarbij zullen wij het Koninkrijk Gods vergelijken, of met wat gelijkenis zullen wij hetzelve vergelijken?

Markus 4