30. Behoud Uzelven, en kom af van het kruis.
31. En insgelijks ook de overpriesters, met de Schriftgeleerden, zeiden tot elkander, al spottende: Hij heeft anderen verlost; Zichzelven kan Hij niet verlossen.
32. De Christus, de Koning Israels, kome nu af van het kruis, opdat wij het zien en geloven mogen. Ook die met Hem gekruist waren, smaadden Hem.
33. En als de zesde ure gekomen was, werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe.