Lukas 20:22-26 Statenvertaling (SV1750)

22. Is het ons geoorloofd den keizer schatting te geven, of niet?

23. En Hij, hun arglistigheid bemerkende, zeide tot hen: Wat verzoekt gij Mij?

24. Toont Mij een penning; wiens beeld en opschrift heeft hij? En zij, antwoordende, zeiden: Des keizers.

25. En Hij zeide tot hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is.

26. En zij konden Hem in Zijn woord niet vatten voor het volk; en zich verwonderende over Zijn antwoord, zwegen zij stil.

Lukas 20