37. En zij boodschapten hem, dat Jezus de Nazarener voorbijging.
38. En hij riep, zeggende: Jezus, Gij Zone Davids, ontferm U mijner!
39. En die voorbijgingen, bestraften hem, opdat hij zwijgen zou; maar hij riep zoveel te meer: Zone Davids, ontferm U mijner!
40. En Jezus, sti staande, beval, dat men denzelven tot Hem brengen zou; en als hij nabij Hem gekomen was, vraagde Hij hem,