Lukas 14:15-20 Statenvertaling (SV1750)

15. En als een van degenen, die mede aanzaten, deze dingen hoorde, zeide hij tot Hem: Zalig is hij, die brood eet in het Koninkrijk Gods.

16. Maar Hij zeide tot hem: Een zeker mens bereidde een groot avondmaal, en hij noodde er velen.

17. En hij zond zijn dienstknecht uit ten ure des avondmaals, om den genoden te zeggen: Komt, want alle dingen zijn nu gereed.

18. En zij begonnen allen zich eendrachtelijk te ontschuldigen. De eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht, en het is nodig, dat ik uitga, en hem bezie; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd.

19. En een ander zeide: Ik heb vijf juk ossen gekocht, en ik ga heen, om die te beproeven; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd.

20. En een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd, en daarom kan ik niet komen.

Lukas 14